VENETIË  

De Dogenstad                        

Venetië is gebouwd op meer dan 100 eilanden en wordt doorkruist door 150 kanalen die door 400 bruggen overspannen worden.  De naam is afgeleid van de Veneti een volk dat in Veneto woonde voordat de Romeinen de streek veroverden in de 3de eeuw.

 

Op en rond het San Marco-plein

De sestiere San Marco, waarvan ook het kleine eiland San Giorgio Maggiore deel uitmaakt, is één van de 6 buurten van Venetië.  Centraal in de wijk ligt de Piazza San Marco dat tijdens haar lange geschiedenis het toneel was van optochten, processies, demonstraties en carnavals.  Aan de zeekant staan twee enorme granieten zuilen, één met de leeuw van St. Marco en een met een beeld van de Heilige Theodorus.  Tot halverwege de 18de eeuw werden misdadigers hier terechtgesteld.  Zelfs nu weigeren bijgelovige Venetianen tussen de zuilen door te lopen.  

 

De Byzantijnse San Marco-basiliek werd gebouwd om het graf van de patroonheilige van de stad, de Heilige Marcus een waardevolle plaats te geven.  De 17de eeuwse mozaïeken op de voorgevel zijn een voorstelling van hoe het lichaam van San Marco - naar men zegt onder plakken varkensvlees - door de Venetianen uit Alexandrië meegenomen werd.  Boven de hoofdingang staan vier bronzen paarden, replieken van de uit Constantinopel, meegebrachte originelen, die te zien zijn in het kerkmuseum.  Vijf met mozaïeken versierde koepels sieren de kerk. De goudkleurige mozaïeken stammen uit de 12de en 13de eeuw en de steentjes glinsteren zo omdat ze onder variërende hoeken geplaatst zijn.  Het pronkstuk van de basiliek is ongetwijfeld de Pala d’Oro, een schitterend altaarstuk uit de 10de eeuw door goudsmeden gemaakt.  De 250 gouden panelen zijn versierd met émail en edelstenen.  
Van op de Campanile, een 99 meter hoge klokkentoren, heeft de bezoeker een fantastische zicht over de stad, de lagune en de toppen van de Alpen.  Op 14 juli 1902 stortte de oorspronkelijke toren in, maar werd in zijn oorspronkelijke staat herbouwd.  
Het Palazzo Ducale kreeg tijdens de 14de en de 15de eeuw zijn huidige vorm.  Ten tijde van de republiek deed het dienst als bestuurs- en gerechtsgebouw en was het tevens een gevangenis.  De gotische hoofdgevel is opgebouwd uit spitsbogen met erboven twee smallere bogen.  Op het binnenplein zien we de Scala dei Giganti, de Trap van de Reuzen, met de standbeelden van Mars en Neptunus.  Op de overloop werden de dogen gekroond.   Binnenin het paleis is er een unieke verzameling muur- en plafondschilderijen die de macht en de luister van de Serenissima moesten benadrukken en indruk maken op de gezanten en hoogwaardigheidsbekleders.  De Ponte dei Sosper, de wereldberoemde Brug der Zuchten, verbindt aan de achterzijde het Dogenpaleis met de gevangenis, waar onder andere Casanova gevangen zat.  
De wijzerplaat van de Torre dell`Orologio, een fraai versierde klokkentoren in renaissance stijl, is versierd met de tekens van de dierenriem. De bronzen “Mori” slaat al 500 jaar lang de uren.  In de Procuratie Vecchei waren de procuratoren, belast met het onderhoud van de basiliek, gevestigd.  Aan de andere kant van het plein ligt de Procuratie Nuove uit de 17de eeuw.  Het Museo Correr herbergt een uitgebreide collectie meesterwerken uit de Renaissance en documenten die door abt Teodoro Correr in 1880 de stad naliet.  

Van op het San marco-plein vertrekken verschillede wandelingen die toelaten Venetië te ontdekken.  Op de Salizzade San Moisè staat de barokke San Moisè-kerk uit 1668.  In de barokke gevel van de Chiesa del Giglio, ook wel de Santa Maria Zobenigo genoemd, zijn de portretten van de Barbaro-familie verwerkt.  De kerk van San Stefano werd als gevolg van moorden, aanslagen en gewelddadige incidenten verschillende malen ontwijd.

La Fenice is het oudste theater van de stad en dateert van 1792.  Het Palazzo Contarini del Bovolo, bekend om zijn sierlijke buitentrap, werd in de 15de eeuw gebouwd door de Contarini’s, een familie geleerde die bekend stond als “De filosofen”. Boven één van de altaren van de Chiesa San Salvatore, één van de mooiste renaissance kerken van Venetië, hangt “De Verkondiging”, een werk van Titiaan uit 1566.

De Merceria del Capitelo, de Merceria Zulian en de Merceria dell`Orologio zijn de bekendste en duurste winkelstraten van Venetië.  Hier zijn enkele winkels waar carnavalmaskers worden vervaardigd en verkocht.  De traditie van het Venetiaanse carnaval begon in de 11de eeuw en bereikte zijn hoogtepunt in de 18de eeuw.  De maskers stellen figuren uit de geschiedenis van de stad voor.  De meest traditionele vorm is de pestdokter.  Van een kleien basisvorm wordt een gipsen mal vervaardigd.  Een mengsel van papier en lijm wordt in de mal gedrukt en laat men hard worden.  Eens gedroogd lijkt het op porselein.  Het masker wordt dan gepolijst, de ogen worden uitgesneden en de gelaatstrekken aangebracht.   

 

Door het rustige Dorsoduro

Dorsoduro is met San Marco verbonden door de Ponte dell’ Accademia.  Via deze brug, aangelegd door de Oostenrijkse gouverneur, kon hij zijn troepen sneller door de stad verplaatsen.

Accademia bezit een grote verzameling Venetiaanse kunst en is gevestigd in de voormalige gebouwen van de kerk Santa Marie della Carita uit het midden van de 15de eeuw.  Het Palaccio Venier herbergt de Guggenheim Collectie.

Ons uiteindelijke doel op deze wandeling is de Santa Maria della Salute gebouwd op de Punta della Salute.  Dit pronkstuk van Venetiaanse barok werd gebouwd als gedachteniskerk voor de pestepidemie die Venetië in 1630 teisterde.  In de kerk zijn talrijke kunstwerken te bewonderen waaronder een vroeg meesterwerk van Titiaan dat de Heiligen Marcus, Cosmas, Damiaan, Rochus en Sebastiaan voorstelt.  

 

Het Fondamenta Gherardini is één van de mooiste kanalen van de wijk.  Op de Ponte dei Pugni, die het kanaal overspant, vonden in het verleden stevige vuistslaggevechten plaats tussen rivaliserende clans.  Toen de gevechten zo bloedig werden, verbood in 1705 de Raad van Tien ze. 

Van op de brug zien we het barokke Ca’ Rezzonico waar sinds 1994 het Museo del Settecento Veneziano is in ondergebracht.  De kamers zijn ingericht stijlmeubelen en versierd met fresco’s en schilderijen.  De balzaal heeft sierlijke kroonluchters en een fraai meubilair.  Een monumentale trap leidt naar de verdiepingen.  De bovenste verdieping is een reconstructie van een 18de eeuwse apotheek.

Aan de oevers van het Canal Grande staan het fraaie Palazzo Nani, het 15de eeuwse Palazzo Giustinian, waar Richard Wagner verbleef toen hij in 1858 de tweede acte van Tristan en Isolde schreef en het prachtig gelegen Ca’ Foscari waar in 1574 Hendrik III van Frankrijk logeerde.

 

De historische gebouwen van de tweelingswijk San Polo en Santa Croce

Naar verluid vestigden de eerste bewoners zich op het kleine eiland Rivus Altus of “Hoge oever”.  De naam werd later verbasterd tot Rialto.  Vanaf de 11de eeuw werd hier markt gehouden waardoor de wijk uitgroeide tot het commerciële centrum van Venetië.  San Polo is nog steeds een levendige buurt met marktkraampjes, winkels en buurtcafés.  Santa Croce daarentegen bestaat voornamelijk uit dicht op elkaar gepakte huizen, straten en pleinen.

In de 12de eeuw werd bij Rialto een eerste houten brug over het Canal Grande gebouwd.  Toen ze in de 16de eeuw bouwvallig was geworden, koos een jury voor een ontwerp van Antonio da Ponto.  In 1591 was de brug, voorzien van 2 rijen winkeltjes, voltooid en tot in 1854 was ze de enige weg over het kanaal. 

Via de kerk San Giacomo di Rialto, bekend om de enorme 24-uursklok met onbetrouwbare tijdsweergave, gaan we naar de drukke Rialto markt waar fruit en groenten afkomstig van de lagune-eilanden en vleeswaren te koop worden aangeboden.  Op de Peschiera, de vismarkt, wordt al eeuwenlang verse vis en schaaldieren verkocht.  

 

Campo San Polo is - op het San Marco plein na - het grootste plein van Venetië.  Sinds de 15de eeuw wordt het gebruikt voor stierengevechten, parades en marktkramen.  De neoklassieke San Polo-kerk heeft een Campanile uit de 14de eeuw.

De Santa Maria Gloriosa dei Frari werd in de 13de eeuw gebouwd door Franciscaner monniken.  Eén eeuw lang werd aan deze gotische kerk gebouwd.  In de kerk zijn vele kunstwerken, kapellen en monumenten waaronder het monumentale graf van Titiaan uit 1853.  Prachtig is de schilderij “Maria Hemelvaart” uit 1516.  Titiaan werkte er twee jaar aan.

In 1564 kreeg Tintoretto de opdracht de Scuola di San Rocco te versieren, een werk dat 23 jaar duurde.  Een kanonskogel in de gevel van de 17de eeuwse San Nicolo da Tolentino herinnert aan het Oostenrijks bombardement tijdens het beleg van 1849.

Midden in een rustig buurt van Santa Croce staat de San Giacomo dell’ Orio waarvan de naam “Allioro” verwijst naar het peperboompje dat naast het gebouw stond.  De Fondaco dei Turchi was in de 13de eeuw het grootste palazzi aan het Canal Grande.  In 1621 verbouwden de turken het tot pakhuis.  De voorgevel van Ca’ Mocenigo is onopvallend maar het rijk versierde interieur is onveranderd gebleven sinds de 18de eeuw en deze patricierswoning is een bezoek waard.

 

Op zoek naar authenticiteit in Cannaregio

De wijk Cannaregio heeft smalle straatjes, kleine winkels en eenvoudige cafés. Via de barokke San Marziale met fraaie rococo plafonschilderingen van Sebastiano Ricci, gaan we naar het Campo dei Mori.  Het plein is genoemd naar de beelden van de 3 broers Mastelli - afkomstig uit Morea - die in de muren van één van de huizen zijn uitgehakt.  Aan het Fondamento dei Mori woonde van 1574 tot aan zijn dood in 1594 de schilder Tintoretto.  Het huis is herkenbaar aan de oriëntaalse koopman met de tulband op de gevel.

De gotische Madonna dell’Orto is versierd met schitterende werken van Tintoretto.  Ze heeft een rijkversierde gevel en ontleent haar naam aan een Mariabeeld gevonden in een nabije groentetuin.  Via de Fondamenta della Sensa, een vredige gracht, komen we aan het Ghetto.  Toen in 1516 de Raad van Tien besloot dat alle joden van Venetië op het eiland Cannaregio moesten wonen, ontstond deze joodse woonwijk. Christelijke bewakers hielden toezicht op de 2 toegangspoorten.  Overdag mochten de joden het ghetto uit maar ze moesten een herkenningsteken en een hoofdbedekking dragen.  De enige beroepen die ze mochten uitvoeren, waren textielhandelaar, geldschieter en arts.  Pas in 1866 werden deze beperkingen opgeheven. 

De gevel van de Santa Maria dei Miracoli is een meesterwerk van kleurig marmer, kunstige bas-reliëfs en sculpturen.  In de buurt werd rond 1254 Marco Polo geboren.  Op 18 jarige leeftijd verliet hij Venetië voor een reis naar het hof van Koeblai Khan waar hij meer dan 20 jaar als reizende diplomaat verbleef.  

 

Op ontdekking in Castello

Castello is genoemd naar het 8ste eeuwse fort dat op het eiland San Pietro stond.  Hier vestigden de eerste Venetianen zich.

We wandelen naar de 9de eeuwse San Zaccaria kerk waarvan Coducci de gotische gevel met renaissancistische details verrijkte.  Via het gotische Palazzo Priuli waarvan de 16de eeuwse fresco’s verdwenen zijn, komen we aan de San Giorgio dei Greci met zijn scheve campanile.  De plafondschilderingen in de 15de eeuwse La Pietà dateren uit 1755 en zijn van de hand van Giambattista Tiepolo.  In de kerk, beroemd om zijn uitstekende akoestiek, dirigeerde Vivaldi het koor en het orkest tussen 1703 en 1740.

De kerk Santi Giovanni e Paolo, rond 1400 gebouwd, is indrukwekkend door zijn architectonische strakheid.  In de kerk waarvan de ingang versierd is met Byzantijnse reliëfs en renaissance beelden, zijn de graven van 25 dogen.

In het Arsenale werden de ongenaakbare oorlogsschepen van de Venetiaanse zeemacht gemaakt.  In de 16de eeuw op het hoogtepunt van de Venetiaanse macht werkten er 16.000 meesterscheepsbouwers volgens een lopende bandsysteem.  Binnen de 24 uur werd een volledige Venetiaanse galei gebouwd en opgetuigd.  Leeuwen bewaken de toeganspoort.  Ze werden door admiraal Monosini in 1687 uit Piraus, de havenstad van Athene, geroofd.  

 

Langs de oevers van het Canal Grande

Met de vaporetti varen we het Canal Grande af.  We schepen in ter hoogte van de San Simeone Piccolo, één op het Pantheon in Rome geïnspireerde kerk uit 1738.  We varen langs de San Marcuola waarvan de bouw startte in 1728 en de gevel tot op heden nog steeds niet voltooid is.  In de gevel van het gekartelde Deposito del Megio, waar in de 15de eeuw graan werd opgeslagen, is een leeuw van San Marco verwerkt.  We komen vervolgens langs het Palazzo Belloni Battagia, getooid met opvallende pinakels, het Palazzo Tron en de barokke San Stae uit 1709 met marmeren beelden van de hand van de beeldhouwer Domenico Rossi. 

De bouw van het statige barokke paleis Ca’ Pesaro, dat in 1897 in gebruik werd genomen als expositieruimte, duurde 58 jaar.  De Ca’ Corner della Regina kwam aan deze naam doordat in 1454 Catherina Cornaro, die later koningin van Cyprus werd, hier geboren werd.  Ca’ d’Oro is ongetwijfeld het bekendste gotische paleis van Venetië.  De gevel van dit pronkstuk is versierd met fraaie ojief-ramen, oriëntaalse pinakels en marmeren tracering. 

Onder de Rialto-brug doorvarend komen we aan het Fondaco dei Tedeschi dat vroeger als pakhuis en herberg diende voor de Duitse handelaren.  Het Pallazzo Moro Lin wordt ook nog het paleis met de 13 vensters genoemd.  Het ontstond toen de schilder Pietro Liberi in de 17de eeuw 2 gotische huizen liet samenvoegen.  La volta del Canal is een scherpe bocht in het kanaal en is sinds jaar en dag de eindstreep van de jaarlijkse Regata Stonica die in september wordt gehouden.  Naast Ca’ Foscari uit 1437 staat het Palazzo Balbi waar tijdens de franse bezetting Napoleon verbleef. 

 

Via het Palazzo Barbarigo dat versierd is met mozaïeken uit 1887 en het Palazzo Venier dei Leoni uit 1749, dat de bijnaam “Il palazzo nonfinito” heeft en waar de kunstverzamelaarster Peggy Guggenheim schilderijen en beeldhouwwerken onderbracht, komen we aan het verdoemde Ca’ Dario uit 1487 dat een verleden van moord, bankroet en zelfmoord kende.  Het Palazzo Salviati heeft een prachtig glasmozaïek op de gevel.

Eens voorbij de imposante Santa Maria della Salute en het douanekantoor Dogana di Mare, gekroond met een windhaan in de gedaante van Fortuna, krijgen we een adembenemend zicht op de Dogana met het Dogenpaleis, de Campanile, de koninklijke tuin Gardinetti Reali en de Zecco, waar vroeger de stadsmunt geslagen werd.    

 

Met de vaporetti naar de eilanden in de Laguna Veneto

De kerk en het klooster van San Giorgio Maggiore werden tussen 1559 en 1580 gebouwd in de klassieke stijl van het oude Rome. 

Santa Maria della Grazza is een pleisterplaats voor pelgrims op weg naar het Heilig Land.  In de kerk staat een Mariabeeld dat uit Constantinopel werd meegenomen.

In 1717 vestigde de Armeense monnik Manug di Pietro, gevlucht voor de turken zich op het groene kloostereiland San Lazzaro degli Armeni. 

Het Lido, een smalle zandbank die een natuurlijke barrière tussen Venetië en de open zee vormt, ontwikkelde zich in de 19de eeuw als badplaats. 

Op San Michele, het ommuurde dodeneiland liggen beroemde schrijvers en kunstenaars begraven naast onbekende Venetianen in bewerkte kapellen en grafzerken. 

Sinds 1291 is Murano het centrum van de glasindustrie. Toen werden de ovens en glasblazers vanwege het randgevaar en de rookoverlast van Venetië naar hier overgebracht.  De felgekleurde huizen van Murano, dat net als Venetië een cluster van eilanden verbonden door bruggen is, weerspiegelen zich in het water van de kanalen.  De apsis van de Basilica dei Santi Maria e Donato wordt gevormd door Veneto-Byzantijnse zuilen en bogen.  De middeleeuwse mozaïeken, die geometrische figuren, exotische vogels, mythische creaturen en Maria voorstellen, bevatten fragmenten van antiek glas afkomstig van de glasfabrieken op het eiland.

Burano is een levendig eiland in het noordelijke deel van de lagune.  Het dichtbevolkte eiland met zijn vele kleurig beschilderde huizen is beroemd om zijn kantwerk dat vooral vrouwenarbeid is.  In de 16de eeuw was kant uit Burano - bekent als “Punto in aria” – in Europa geliefd.  De buranezen zijn voornamelijk vissers en de lagune is hun domein.   

 

http://www.turismovenezia.it  

http://www.walksinsidevenice.com